Ben je fan van bepaalde planten in jouw tuin? Dan wil je mogelijk wel dat er meer van deze planten in jouw tuin terugkeren. Eén van de opties die je in dat geval hebt is nieuwe planten kopen in de winkel. Deze kun je vervolgens op verschillende plekken in jouw tuin planten. De eigenschappen van deze nieuwe plant kunnen echter verschillen van de plant die momenteel al in jouw tuin staat. Dit wil je zeer waarschijnlijk voorkomen, want zo ontstaat er immers geen eenheid. Gelukkig kun je betrekkelijk eenvoudig eenheid creëren met dezelfde planten. Hoe? Door de planten te vermeerderen via stekken. In onderstaande tekst vertellen wij jou hier alles over.
Waarom stekken?
Niet iedereen ziet het nut in van stekken. Sommige planten zijn immers ook te vermeerderen via de zaden. Dat klopt inderdaad, maar er zit een belangrijk verschil tussen vermeerderen door middel van stekken en vermeerderen met behulp van het zaad van een plant. De zaden van planten kunnen ervoor zorgen dat nakomelingen andere eigenschappen hebben. Hierdoor ontstaan er dus verschillen binnen dezelfde plantenfamilie. Dit kan onder meer tot uiting komen in het uiterlijk van de plant. Zo kan een plant bijvoorbeeld een andere kleur krijgen dan de moederplant. Wil je exact dezelfde plant? Dan kies je voor stekken.
Hoe gaat stekken in zijn werk?
Wil je stekken? Dan moet je weten dat er niet slechts één manier is om jouw planten via stekken te vermeerderen. Stekken kent namelijk verschillende varianten. Grofweg heb je drie manieren. Je kunt planten namelijk stekken met behulp van stengeldelen, de wortel en bladeren.
Jonge scheuten
Bloemen en planten komen in het voorjaar tot bloei. Dit is een ideale periode om te beginnen met stekken. Indien je in het voorjaar wilt stekken, kun je stekken met jonge scheuten. Richt je hiervoor tot een stengel waar nog geen bloemknop aan groeit. Deze knip je af op ongeveer vijftien centimeter vanaf de top van de stengel. Haal de onderste bladeren nu van het stekje af en zet de stengel in een bakje met stekgrond. Zorg dat je het stekje geregeld water geeft. Indien je het goed aanpakt, komt het stekje redelijk snel tot ontwikkeling.
Wortelstokken
Naast de jonge scheuten kun je ook de wortelstokken van planten gebruiken om te stekken. Indien je deze manier van stekken wilt gebruiken, moet je direct na de zomer toeslaan. Allereerst dien je de gehele plant na de bloeiperiode op te graven. Vervolgens is het zaak om de wortelstok in stukken te snijden. Let wel op dat er aan ieder stuk blad blijft zitten. Om verdamping te voorkomen moet je het blad bijna helemaal afsnijden. Gelukt? Zet het stekje dan terug in de aarde. Je kunt er ook voor kiezen het stekje eerst in een potje met grond te planten.
Wortels
De laatste manier die we hier behandelen, is stekken met wortels. Dit is één van de makkelijkste manieren om te stekken en bovendien zie je hiermee het snelst resultaat. Om te beginnen moet je ook hier, net als bij stekken met wortelstokken, de plant volledig uitgraven. Nu is het zaak om een aantal wortels van de plant af te snijden. Kies hierbij altijd voor de wortels die het dikst zijn. Je dient de wortel in stukjes van een centimeter of vijf te snijden. Stop de stukjes vervolgens in een potje met grond. Zorg ervoor dat de bovenkant altijd naar boven gericht is. Dit lijkt logisch, maar toch gaat dit vaak verkeerd bij stekken met wortels. Laat ze ook vooral niet boven de grond uitsteken. Nu is het wachten tot de stekjes beginnen te groeien. De plant waar je de wortels afgesneden hebt plant je weer terug in de grond. Deze zal zonder problemen doorgroeien. Zijn de stekjes tot ontwikkeling gekomen in het potje? Dan kun je ze op den duur ook in de tuin plaatsen.