De meeste Nederlanders hebben de verlichting in hun woning prima op orde. In de tuin is dit vaak een ander verhaal. Zo zijn er soms zelfs tuinen waar helemaal geen verlichting aanwezig is. Dit brengt een aantal nadelen met zich mee. Allereerst kun je weinig zien wanneer je in het donker thuiskomt. Je moet op deze manier op de tast op zoek naar het sleutelgat van jouw achterdeur. Indien er geen verlichting aanwezig is in jouw tuin, is de kans op een inbraak ook een stuk groter. Waarom? Omdat een inbreker in het donker gewoonweg minder snel opvalt. Reden genoeg dus om tuinverlichting aan te leggen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Wil je zelf jouw tuinverlichting aanleggen? Wij geven je hieronder een aantal zaken om rekening mee te houden.
Waar moet de verlichting komen?
Voordat je begint met de aanleg van elektra voor tuinverlichting, moet je natuurlijk weten waar de lampen komen. Anders weet je immers ook niet waar je de kabels naartoe moet trekken. Je kunt dit het beste bepalen met behulp van een lichtplan. Dit is in feite niets anders dan een plattegrond van jouw tuin. Geef vooral ook de perkjes, borders, het terras en eventueel een overkapping aan. Voorzie de plattegrond vervolgens van markeringen op de plekken waar je tuinverlichting wilt hebben. Door een lichtplan te maken voorkom je dat je de verlichting op verkeerde plekken plaatst en dat er te weinig tuinverlichting aanwezig is om jouw tuin goed te verlichten.
Welke verlichting moet je hebben?
Heb je bepaald waar de verlichting moet komen? Dan kun je beginnen met het uitzoeken van de armaturen. Koop nooit lukraak tuinverlichting, maar denk hier altijd logisch over na. Wil je bijvoorbeeld een lamp naast de achterdeur van jouw woning? Kies dan voor een lamp op sensor. Zo’n lamp springt namelijk direct aan zodra er beweging wordt gedetecteerd. Je hoeft hierdoor dus niet eerst op zoek naar een schakelaar. Wil je bepaalde delen van jouw tuin uitlichten? Dan kun je het beste voor spots kiezen. Voor het uitlichten van een pad kun je ook staande tuinverlichting gebruiken. Op deze manier weet je in het donker namelijk precies waar je moet lopen om in een bepaald gedeelte van de tuin te komen.
De grondkabel leggen
Om stroom te krijgen in jouw tuin moet je de verlichting aansluiten op de meterkast. Dit doe je eerst door een lasdoos op jouw buitenmuur te bevestigen. Deze verbind je met de meterkast en hier sluit je vervolgens de grondkabel op aan. De grondkabel moet je natuurlijk nog wel eerst even leggen. Leg deze kabel altijd op een diepte van minimaal 50 centimeter. Op deze manier is de kans op beschadiging met bijvoorbeeld een schep bijzonder klein. Gebruik geen willekeurige kabel, maar kies voor een kabel die omvlochten is met staal. Zo’n kabel is onder meer goed bestand tegen vocht. De grondkabel leg je vervolgens naar alle plekken in jouw tuin waar je straks licht wilt hebben. De verlichting sluit je vervolgens aan op deze kabel. Is alles goed aangesloten? Dan kun je binnen de kortste keren gebruikmaken van de tuinverlichting.
Zelf doen of toch uitbesteden?
Heb je geen ervaring met het aanleggen van elektra? Vraag jezelf dan goed af of je er goed aan doet zelf aan de slag te gaan met de aanleg van tuinverlichting. Wij raden het je in ieder geval af. Waarom? Omdat werken met elektra de nodige risico’s met zich meebrengt. Allereerst kun je zelf natuurlijk een schok krijgen wanneer je niet veilig te werk gaat. Daarnaast is het zeer belangrijk dat de elektra in jouw tuin juist wordt aangelegd. Elektra wordt buiten namelijk blootgesteld aan behoorlijk wat vocht. Vocht mag natuurlijk niet doordringen tot de elektra, want dan ontstaat er kortsluiting. Besteed je de aanleg van tuinverlichting uit aan een professional? Dan weet je zeker dat er geen problemen ontstaan met jouw tuinverlichting en je loopt zelf ook geen gevaar.